Bijzonder uitstel van betaling van belastingen aangepast
De Belastingdienst heeft via het FFD (Forum Fiscaal Dienstverleners), een nadere uitleg gegeven over de toepassing van de regeling voor uitstel van betaling van belastingen. Hieruit blijkt dat voor de startdatum voor de driemaandentermijn voor alle aanslagen wordt aangesloten bij het moment waarop uitstel wordt gevraagd. Er gaat dus geen nieuwe driemaandentermijn lopen voor nieuwe aanslagen.
Op hun website wordt het volgende voorbeeld gegeven:
Voorbeeld:
Uw klant ontvangt een naheffingsaanslag loonheffingen (LH) over het tijdvak februari. De dagtekening is 21 april 2020 en de uiterste betaaldatum 5 mei 2020. Met dagtekening 1 mei 2020 dient u voor uw klant een verzoek om bijzonder uitstel in. De invordering wordt dan opgeschort tot 1 augustus 2020.
Met dagtekening 21 mei 2020 volgt de naheffingsaanslag LH maart. U hoeft voor uw klant voor deze aanslag niet afzonderlijk uitstel te vragen. De Belastingdienst schort de invordering ook voor deze aanslag automatisch op tot 1 augustus 2020. Beide aanslagen moeten dus 1 augustus betaald zijn.
Dat betekent dus dat alle belastingschulden binnen drie maanden na het moment van het oorspronkelijke verzoek om uitstel betaald moeten worden. En dat als u dit eerste verzoek gelijk hebt gedaan, op bijvoorbeeld 19 maart, de uitsteltermijn al op 19 juni eindigt.
U kunt overigens wel om langer uitstel vragen. Als u langer uitstel vraagt, dan wordt de invordering sowieso voor 3 maanden opgeschort. Aan het eind van die 3 maanden zal de Ontvanger bepalen of hij nadere informatie wenst (bijvoorbeeld de derdenverklaring). Heeft u 3 maanden uitstel gevraagd en heeft u niet genoeg aan, dan zal een nieuw verzoek ingediend moeten worden.